Interprofessioneel opleiden: leren doen in Leiden

dr. Tony Poot, huisarts,
PHEG

Een belangrijke bijdrage leveren aan de geïntegreerde zorg voor oudere personen met een complexe hulpvraag blijft het ultieme doel voor Specialisten Ouderengeneeskunde (SO) in het algemeen en dus voor SOOL in het bijzonder.

De overtuiging bij SOOL is ook in 2019 dat juist in de ouderenzorg interprofessionele samenwerking in belangrijke mate bijdraagt aan de kwaliteit van de zorg voor iedere oudere patiënt en dus een kerncompetentie is van de SO. De belangrijkste samenwerkingspartner in de eerste lijn is de huisarts. De SO brengt bij deze samenwerking in; specialistische kennis over geriatrie en complexe functionele diagnostiek en ervaring in het werken in team verband. De huisarts brengt in; generalistische medische kennis, langdurige relatie met de patiënt en systeem en de ervaring met het werken in het diverse en gefragmenteerde landschap van de eerste lijn. Ook belangrijke samenwerkingspartners zijn verpleegkundigen, paramedici welzijnswerkers en zo nodig klinisch specialisten.



De kerncompetentie van interprofessionele samenwerking moet tijdens de opleiding eigen gemaakt worden en de toepassing in de het diverse landschap van de eerste lijn moet aangeleerd worden. In 2019 is verder gewerkt om interprofessioneel denken en werken op te nemen in het weefsel van de opleiding. Voorbeelden hiervan zijn het samen volgen van terugkomdag onderwijs door AIOS SO en HO en spelen van de serious game ‘Leiderschap in de ouderenzorg’. Interprofessionele studie reizen naar Marokko en Cuba zijn aansprekende stappen in het vormen van een gezamenlijk referentiekader. Het invoeren van het huisartsenstage voor alle AIOS SO is eveneens een belangrijke stap geweest.

Hoewel we trots zijn op de gemaakte stappen staat er meer op de verlanglijst. Hierop staat o.a. meer en intensiever gezamenlijk onderwijs en werkplek leren met meer andere disciplines. Voorwaarde hierbij is dat er een stevige onderwijskundige basis voor dit aspect van de opleiding gelegd wordt door de interprofessionele leerdoelen te benoemen en hoe deze zich verhouden tot de discipline specifieke leerdoelen. Om dit waar te maken is in 2019 onderwijskundige, Paula Broersen, begonnen met het opstellen van deze leerdoelen zodat ze in 2020 vastgesteld kunnen worden en AIOS, opleiders en staf weten hoe hun interprofessionele inspanningen bijdragen aan betere zorg voor ouderen.


 

Ketenzorg en multidisciplinaire samenwerking in de eerste lijn: de stage ambulant

  

Gerda Dijkstra, kaderhuisarts supervisie
en coaching, opleidingscoördinator SOOL,
moduledocent module ‘Consultatie eerste lijn’.
Annemarie Moll-Jongerius, Specialist
Ouderengeneeskunde werkzaam in de
ambulante GGZ, adjunct-hoofd SOOL

Als specialisten ouderengeneeskunde zijn we in toenemende mate werkzaam binnen de eerste lijn. SOOL zorgt ervoor dat aios tijdens de opleiding voorbereid worden op deze taak en als jonge Specialist Ouderengeneeskunde hier klaar voor zijn!

Binnen de opleiding worden stageplaatsen in de eerste lijn met name georganiseerd vanuit de GGZ. Aangezien de werkzaamheden in de eerste lijn zich de afgelopen jaren verder hebben ontwikkeld, zijn er vanaf 2019 ook eerstelijns-stages vanuit verpleeghuizen tot stand gekomen. Op deze stageplekken worden aios opgeleid door Specialisten Ouderengeneeskunde die in de eerste lijn werken. Binnen SOOL is de ‘Taskforce Ambulant’ opgezet om deze ontwikkeling van ons specialisme binnen de opleiding nog verder vorm te geven. Een van de taken van de Taskforce is het zo goed mogelijk aansluiten van de stageplekken op bovenstaande ontwikkelingen, onder andere door relevante leerdoelen te formuleren en opleiders te betrekken bij de ontwikkelingen. Daarnaast wordt het curriculum, waaronder de module ‘GGZ’ en de module ‘Consultatie in de eerste lijn’, afgestemd op de praktijk.



Na de stageperiodes binnen de eerste lijn, vanuit het verpleeghuis en vanuit de GGZ, heeft SOOL de ambitie om elke aios de mogelijkheid te geven om de verworven expertise, in de huisartsenpraktijk in praktijk te brengen. De huisarts is tenslotte in de meeste gevallen de consultvrager. Deze ‘Huisartsenstage’ zal in de komende tijd verder ontwikkeld en vormgegeven worden.

We hopen op deze manier aan te sluiten bij de ontwikkelingen binnen ons specialisme zodat onze aios er klaar voor zijn en verschil kunnen maken!


 

De ziekenhuisstage in Leiden: het moderne opleiden

dr. Monica van Eijk, specialist
ouderengeneeskunde,docent
en senior onderzoeker SOOL,
Ali Lahdidioui, internist-
ouderengeneeskunde
SOOL LUMC

In 2019 werd de ziekenhuisstage voor AIOS belangrijk vernieuwd. Door de veranderingen in de zorg waarbij de grenzen tussen eerste en tweelijnszorg veranderen en de substitutie naar de eerste lijn toeneemt, zal de zogenaamde anderhalve lijnszorg een steeds interessanter werkgebied worden. Een multidisciplinaire benadering is dan ook een belangrijk uitgangspunt van de opleiding. Dit is ook terug te vinden in het conceptdocument waarin de visie en ontwikkelingsplan van de SOOL staat. Het document is een aanvulling op het Landelijk Opleidingsplan voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde uit 2015. Informatie over de ziekenhuisstage hierin is weinig specifiek en wij wilden graag een Leids sausje toevoegen. Verder staat de opleiding in het teken van individualisering en profilering. Het nieuwe opleiden is ‘opleiden op maat’, waarbij de AIOS de regisseur is van zijn eigen opleiding. Aan de hand van een persoonlijk leerplan kan een keuze gemaakt worden voor het type ziekenhuisstage. Dit met name omdat het type werkzaamheden van de ziekenhuisstage (lees consultatief, poliklinisch en zaalwerk) per locatie verschilt. Op deze manier wordt er ruimte gecreëerd voor een geïndividualiseerde stage.

Het aanvankelijke plan om het theoretisch cursorisch onderwijs meer regionaal vorm te geven, waarbij de AIOS volgens een vast rooster rouleren naar de verschillende locaties binnen het Leidse netwerk, lijkt niet haalbaar. Komende periode zullen andere mogelijkheden geïnventariseerd worden. Wij houden jullie op de hoogte.

 

Docentprofessionalisering

Paula Broersen,
onderwijskundige SOOL

In 2019 zijn we van start gegaan om de huidige docentprofessionalisering eens onder de loep te nemen. Tijdens de stafdag in oktober hebben we geïnventariseerd waar de leerbehoefte van docenten van SOOL ligt. Inspirerend was het om te zien dat iedereen leergierig is en zich graag verder wil ontwikkelen in zijn of haar docentenrol. Ook kwamen we erachter dat onze docenten vele kwaliteiten bezitten: ze zijn enthousiast, humoristisch, geven interactief onderwijs, gebruiken praktijkvoorbeelden en weten de kernboodschap over te brengen. Verder deden aios een positieve oproep naar de docenten: ze willen graag meer diepgang in het onderwijs. De laatste stafdag van 2019 hebben we uitgewisseld hoe je als docent meer verdieping in het onderwijs kan creëren. Concrete acties kwamen uit discussies om tot meer diepgang te komen waarbij het aansluiten bij voorkennis, het inzetten van uitdagende werkvormen en het stellen van verdiepende vragen een belangrijke rol speelt. Het is ontzettend motiverend en inspirerend om met een leergierig team van docenten samen te mogen werken.

 

Opleiden in Leiden

Hester Korbee,
specialist ouderengeneeskunde,
kaderarts opleiden

Opleidersgroep
Onze zorgorganisatie (Pieter van Foreest te Delft) vormt één van de 10 opleidersgroepen voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde die Nederland kent. Aanvankelijk in pilot-vorm, maar nu al een aantal jaar volop functionerend. De groepsopleiding is een constructie waarbij een hoofdopleider en een plaatsvervangend hoofdopleider de co-opleiders coachen in het begeleiden van de AIOS. De hoofdopleider dient de kaderopleiding Opleiden (KOO) te hebben afgerond en de waarnemend hoofdopleider ook of bijna. Met deze constructie kan de expertise van collegae volop benut worden: voorheen kon de AIOS aansluitend door de opleider opgeleid worden, nu kunnen collegae met expertise op andere vlakken mede-opleiden. Werkbegeleiding vindt plaats door de co-opleiders, leergesprekken en monitoring voortgang opleiding van de AIOS door de hoofdopleider. Regelmatig vindt een tripartiet gesprek plaats. Onderzoek wijst uit, dat wanneer twijfel rijst over functioneren van een AIOS, dit eerder wordt gesignaleerd middels het 4-ogen principe.



In-company training
Jaarlijks vindt een in-company training plaats voor de groepsopleiding door SOON. Onze organisatie heeft afgelopen maand zo’n training gehad. Met acteurs wordt aan de hand van de theorie rondom feedback geven in een consultatie-gesprek of leergesprek nagespeeld. Het is ontzettend leuk om met je collegae samen te oefenen: het is opbouwend om in een veilige omgeving te werken aan je opleidersvaardigheden en bovendien is het een hele goede teambuilding. De hoofdopleiders organiseren op een ander moment zelf een scholing voor hun groepsopleiding omtrent het opleiden.

Terugkomdagen
De terugkomdagen voor opleiders in Leiden worden bezocht door de hoofdopleiders. Er waren dit jaar weer een aantal nieuwe opleiders die zijn gestart. In de ervaringsronde kunnen opleiders inbrengen met welke leervraag rondom het opleiden van de AIOS hij/zij verder geholpen wil worden. Er wordt expliciet gevraagd naar de leervraag van de AIOS zodat voorkomen wordt dat het een ‘spui’-uurtje over de AIOS wordt. Daarnaast worden de ontwikkelingen waarmee SOOL zich bezighoudt besproken. In het middagprogramma wordt er zelf meegenomen beeldmateriaal besproken: meestal een video-opname van een leergesprek met de AIOS, waarbij weer expliciet gevraagd wordt naar de leervraag van de opleider. Feedback geven op elkaar video in kleine groepjes is constructief en leidt tot hoog rendement.

Co-assistenten
Het co-schap ouderengeneeskunde heeft steeds meer vorm gekregen de afgelopen jaren. Ook de opleiders dragen hieraan bij: zij het in het onderwijs als docent of als begeleiders op de werkvloer. Ook hier zijn terugkomdagen om opleiders toe te rusten. Expliciet wordt benoemd dat het belangrijk is om de co-assistenten in deze fase van hun opleiding verantwoordelijkheden te geven en daarin een goede middenweg te vinden tussen ‘alleen maar klusjes doen’ en ‘verantwoordelijkheid af te schuiven’. Het co-schap wordt goed beoordeeld: veel co-assistenten hadden niet verwacht dat we zo’n prachtig vak hadden en menigeen besloot om later als arts-assistent terug te keren.


 

Virtual Reality 360: innovatief onderwijs bij SOOL!

Yvonne Martens en Anna van Daalen,
specialisten ouderengeneeskunde,
docenten SOOL

Wat is VR360?
VR is een computertechniek waarbij het lijkt alsof je in een andere werkelijkheid bent. Door een speciale VR-bril wordt de zichtbare werkelijkheid vervangen door een computer gegenereerd beeld, een zogenaamde simulatie. De bril bevat een beeldscherm en sluit je zicht op de buitenwereld af, hierdoor wordt met name het inlevingsvermogen bevorderd. Doordat je ogen afzonderlijk van elkaar een eigen beeld zien, dat iets van elkaar verschilt, zie je diepte in de virtuele omgeving. Bij VR360 kun je naast deze 3D ervaring helemaal om je heen kijken doordat de film is opgenomen met een 360 graden camera, waardoor iedere individuele kijker zijn eigen keus kan maken voor wat waargenomen wordt.



De ontwikkelingen op gebied van Virtual Reality (VR) en Augmented Reality (AR) gaan snel, waardoor deze technologie steeds laagdrempeliger beschikbaar is. De laatste jaren wordt deze technologie steeds meer toegepast, bijvoorbeeld in onderwijs en bij mensen met PTSS.

                   

Toepassing VR360 binnen SOOL
Binnen SOOL wordt sinds kort gebruik gemaakt van virtual reality. Bij het onderwijs over probleemgedrag bij dementie maken de AIOS gebruik van de VR360 techniek waardoor zij virtueel aanwezig zijn bij het probleemgedrag. Dit draagt in grote mate bij aan het vermogen tot in- en meeleven.

Met behulp van de beelden doen de AIOS een systematische analyse van het probleemgedrag en stellen een behandelplan op volgens de richtlijn “Probleemgedrag bij Dementie” (Verenso, 2018). Het doel van dit innovatieve project is de kwaliteit van onderwijs en uiteindelijk de kwaliteit van behandeling bij probleemgedrag te verbeteren.
Middels een subsidietoekenning van het CFI is eind 2017 gestart met dit innovatieve onderwijsproject. Het ontwikkeltraject heeft twee jaar geduurd en heeft veel creativiteit gevergd van alle betrokkenen: hoe schrijf je een script? Wat zijn props? Waar vind je acteurs die zich in kunnen leven in iemand met dementie? Wat is een geschikte locatie om met een 360-graden camera op te nemen? Trots dat het allemaal gelukt is!

In oktober 2019 heeft de eerste groep AIOS het VR360 onderwijs gevolgd. De reacties waren enthousiast:
“Het is alsof je écht aan tafel zit en je zó kunt deelnemen aan het gesprek, ik zat te wachten tot ik aangesproken zou worden.” – deelnemende aios.

Inmiddels is het onderwijsprogramma opgenomen in de basismodule van SOOL.


 

Verslag studiedag Brussel: Dementiezorg in diversiteit

A. Lahdidioui

Onder het mom ‘nooit te oud om te leren’, trok ik samen met SOOL Marokko studiereis alleskunner Fouad Dahbi op donderdag 7 november in de vroege ochtend naar onze zuiderburen om één en ander te leren over de manier waarop dementiezorg voor migranten in België georganiseerd is. Tijdens deze studiedag werden de ervaringen van onderzoekers Saloua Berdai-Chaouni en Ann Claeys gedeeld met de aanwezigen. Met meer dan 100 deelnemers was deze studiedag een succes en toonde vooral de nood aan uitwisseling over deze materie aan.



Nu ook in België een grote groep migranten vergrijst, neemt het aantal migrantenouderen met dementie snel toe. Maar dit zijn wel hele harde cijfers; 65-plussers hebben een kans van één op vijf om later in hun leven dementie te ontwikkelen. Tegen 2035 zal Vlaanderen naar alle waarschijnlijkheid meer dan 180.000 personen met dementie tellen. Dit verklaard ook de uitnodiging naar én aanwezigheid van niet alleen onderzoekers, artsen en verpleegkundigen maar ook lokale beleidsmakers, thuiszorginstanties en zelforganisaties!

Na deze introductie vertelde de eerste spreker van de studiedag dr. Anne Morelli, historica en professor emeritus aan de Université libre de Bruxelles, over haar onderzoek naar arbeidsmigratie in België. In haar presentatie gaf ze een overzicht waarop België akkoorden sloot met verschillende landen om arbeidsmigranten aan te trekken. Zij gingen vooral in de mijnen werken. Mooie brochures, zeer gunstige woon- en arbeidsvoorwaarden en veel te rooskleurige realiteitsvoorstellingen moesten potentiele werknemers motiveren naar België te komen om te werken. Een mijnramp in Marcinelle (vlakbij Charleroi), de grootste mijnramp uit de Belgische geschiedenis en een van de grootste uit de Europese mijnbouwgeschiedenis, waarbij meer dan de helft van de overleden slachtoffers Italiaanse werkarbeiders waren, zorgde voor een verschuiving van de immigratie van gastarbeiders naar België. Italianen werden afgeschrikt en de Belgische overheid begon akkoorden met andere landen te sluiten, waardoor werkarbeiders uit onder andere Marokko en Turkije naar België kwamen.

Vervolgens vertelden Saloua Berdai Chaouani, biomedisch wetenschapper, gerontoloog en doctoraal onderzoekster verbonden aan Erasmus Hogeschool Brussel en Vrije Universiteit Brussel en Anne Claeys, verpleegkundige, gerontoloog en docent in het Erasmus Hogeschool Brussel, gezamenlijk over het onderzoeksproject Divers Eldery Care (DEC). Binnen dit project focussen zij zich op de dementiebeleving en dementiezorg bij ouderen bij migranten. Zij willen de uitdagingen van dementie bij deze groep migranten - de doelgroep werd beperkt tot ouderen met Marokkaanse, Turkse en Italiaanse origine - zichtbaar maken. Op basis van kennis, good practices en ervaringen door ouderen zelf, mantelzorgers en professionele verzorgers, willen zij een praktijkrelevante aanpak voor een cultuursensitieve dementiezorg voorstellen. Deze aanpak maakt dit onderzoek uniek en laat toe om enkele mythes te ontkrachten.

Enthousiast deelt zij haar ervaringen met de mensen uit de zaal die op het puntje van hun stoel zitten en aan haar lippen hangen. “Men gaat er vaak van uit dat families met een migratieachtergrond de zorg voor ouderen zelf opnemen, maar dit blijkt niet zo uit het onderzoek. Het verhaal is veel genuanceerder. Ouderen met een migratie-achtergrond kijken op verschillende manieren naar de zorg, maar in het algemeen stellen de onderzoekers wel een realistische kijk vast: ze zijn geen vragende partij om gebruik te maken van professionele zorg, maar anderzijds zien ze ook dat hun kinderen (door werk en gezin) weinig ruimte hebben om de zorg op te nemen. De ervaringen met zorg die ze reeds gehad hebben, zijn niet positief. Ze ervaren dit als ontoegankelijk, verwarrend en vernederend.” Dit zijn ook onderwerpen die wij hier in Nederland horen van ouderen met migratieachtergrond en hun mantelzorgers. Bij de Vlaamse ouderen is het woonzorgcentrum als professionele zorg een bekend fenomeen, terwijl het aanbod in thuiszorg weinig tot niet bekend is. De onderzoekers geven aan dat als de ouderen geïnformeerd worden, dit voor vele van hun wel als een geschikt alternatief gezien wordt. De manier waarop dementie en -zorg gezien wordt door de ouderen is een gevolg van persoonsgeboden en leeftijdsgebonden factoren die beïnvloed worden door migratie, cultuur en religie.

Twee mantelzorgers vertellen dat de onbekendheid met de ziekte en zorgsysteem ervoor zorgt dat de hele dementiebeleving ook voor mantelzorgers een grote zoektocht is. Een zoektocht naar informatie, naar oplossingen en naar manieren om met de hele situatie om te gaan. “Het verloop van de dementiezorg hangt nog in grote mate af van het toevallig tegenkomen van een zorgverlener die meedenkt, die op dezelfde golflengte zit en die de zorg samen met de patiënt en familie kan vormgeven. Professionele zorg wat aansluit bij de behoeften van de families kan heel veel betekenen voor de mantelzorgers en de zorgtaken voor hen ontnemen waardoor zij ook minder belast raken.

Cultuursensitieve zorg is een hot item! Dat blijkt ook in België dus het geval te zijn. De onderzoekers stelden dat de visie van professionele zorgverleners op zorg voor ouderen met een migratie-achtergrond zeer gelimiteerd is: Turkse of Marokkaanse patiënten worden voornamelijk gezien als ‘moslims’, terwijl er bij de Italianen ‘net Belgen zijn’ en geen aandacht voor verschil in cultuur is. “In de praktijk wordt het begrip cultuursensitieve zorg teruggebracht tot een checklist van praktische zaken met een sterke focus op praktische aspecten zoals taal of voeding. Het wij/zij denken is nog sterk aanwezig.” Gelukkig wordt ook in onze curriculum steeds meer aandacht besteed aan het zelfbewustzijn en eigen referentiekader van de zorgverlener. Dit is een belangrijke aspect en het is noodzaak om aan de beeldvorming te werken. Interprofessionele samenwerking tussen de verschillende zorgprofessionals in de eerste lijn kan ook alleen maar slagen als je je horizon verbreedt. Ken je eigen waarden en verantwoordelijkheden, wees op de hoogte van die van de andere partij én bekijk om welke manieren je toenadering kan zoeken tot elkaar. Er is genoeg werk aan de winkel om de zorg voor (deze groep) kwetsbare ouderen te optimaliseren maar dat maakt het vak specialist ouderengeneeskunde ongekend en bijzonder mooi!


 

Selectieprocedure 2019

Gerda Dijkstra, kaderhuisarts
supervisie en coaching,
opleidingscoördinator SOOL

In 2019 zijn 36 aios gestart, 2 aios zijn gestart als AIOTO.

De selectieprocedures
De selectieprocedures van aios, die in 2019 gestart zijn, hebben onder leiding van toenmalige voorzitters van de 2 selectiecommissies Saskia van Eck resp. Marcel Knop plaatsgevonden. Er meldden zich totaal 45 kandidaten aan bij SOOL, 26 voor de maartgroep en 19 voor de septembergroep. In totaal zijn er 39 kandidaten toegelaten tot de opleiding. Er zijn 3 kandidaten afgewezen bij de briefselectie en 2 op basis van het selectiegesprek. Een kandidaat heeft zich teruggetrokken voorafgaand aan de gesprekken ivm privéomstandigheden. 2 kandidaten starten per maart 2020 en 1 kandidaat start bij de collega’s van Gerion.